Mijn Husky’s, Mijn manier van leven.

 Mijn Husky’s mijn manier van leven.

of

Een Jongensdroom en ik ben nog lang niet van plan wakker te worden

 

 Voorwoord.

Ik schrijf dit verhaal, met dank aan al diegene die het me mogelijk gemaakt hebben en maken om mijn jongensdroom te verwezenlijken en me laten leven zoals ik wil leven. Met name mijn vrouw Natascha, mijn dochters Sanne en Lonneke, mijn sledehondenvrienden (zij weten wel wie ik bedoel. ), mijn buren (omdat ze zoveel begrip voor ons tonen) en natuurlijk mijn Siberische -Husky’s, die er de aanleiding voor waren om op een manier te gaan leven waar avontuur en vrijheid deel van uit maken.

1

Inleiding.

Als iemand me in de zomer van 1992, na de aankoop van onze eerste husky, verteld zou hebben dat van nu af aan ons leven geheel anders zou worden, zou ik hem voor gek verklaard hebben. Sterker nog, een half jaar later kregen we deze opmerking en heb ik haar voor gek verklaard en met een smalende glimlach ben ik doorgelopen, nog net niet naar mijn voorhoofd wijzend, en alles afgedaan als onzin.

Nu zijn we een tijd verder. De tuin is omgebouwd in een kennel, waarop dit moment meerdere husky’s hun huis hebben gevonden. De auto is verdwenen en we rijden tegenwoordig een bestelbus. Zomervakantie bestaat nauwelijks meer want we kijken reikhalzend uit naar de tijd dat de temperaturen onder de 15 graden dalen en we de honden in kunnen spannen voor de training. Voer wordt niet meer in kleine zakken aangevoerd maar gaat met tig zakken tegelijk in de opslag. De garage lijkt op een drugstore1 in Klondike2. Als we door de tuin lopen worden we omgesprongen door een hond met een bontjas. De dierenarts rekening is hoger dan de rekening die we van onze eigen arts krijgen. Achter de adressen van kennissen staat bij meer als de helft “musher3” vermeldt. Onze kennissen en vrienden zijn door heel Nederland en het buitenland verspreid.

Op mijn werk verklaren ze me voor gek als ik weer eens met verhalen kom dat we, in december, lekker gebarbecued hebben. In de herfst staan we bijna om het weekend ( het andere moet ik helaas werken ) met onze caravan bij een race, tot onze enkels in de modder. Onze bus moet regelmatig door een tractor uit de modder getrokken worden omdat het weer eens te drassig is om uit eigen kracht het terrein te verlaten. Of het vriest dat het kraakt en de deuren van caravan en bus zitten vastgevroren. De wasmachine draait overuren en zo zijn er nog zat voorbeelden te noemen van dingen die ik me in die bewuste zomer van ’92 nog niet realiseerde.

Kortom ook wij zijn besmet door het huskyvirus en we wisten toen niet waar we aan begonnen en weten nu nog niet waar het zal eindigen. De sledehondensport is geen hobby maar een manier van leven. Maar mij hoor je niet klagen;

 Ik leef mijn eigen jongensdroom en ik ben nog lang niet van plan wakker te worden!!!

Piet Bom

 2

Het begin.

Van het begin af aan dat Natascha en ik samen wonen hebben we honden gehad. Veel geluk bracht ons dit echter niet. De eerste hond, een cockerspaniël, moesten we na 2 maanden in laten slapen omdat hij Parvo4 had. De tweede hond kreeg na een jaar een hersentumor. Hierna besloten we, ook al omdat ons tweede kind zich aandiende, om en tijd zonder hond te doen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en een derde hond, een bouvier, kwam in de familie. Deze keer bleek de hond te blaken van gezondheid maar diende zich een ander probleem aan. Op de een of andere manier was dit toch niet de hond die we zochten. Hij was lief, gehoorzaam, waaks, dus alles wat een hondenliefhebber zich kan wensen. Maar nee, het klikte niet. Toen mijn moeder een jaar later vertelde dat ze een hond wilde aanschaffen hebben we haar voorgesteld om onze “Joekel”, zoals we hem gedoopt hadden, over te nemen, ook al ging dit tegen onze principes in. Wij gaan er namelijk van uit dat wanneer je een hond c.q. huisdier aanschaft je totdat het dier overlijdt, er voor blijft zorgen. Maar omdat de hond in de familie bleef en we hem nog zeer regelmatig zouden zien hadden we er nu minder moeite mee om hem een ander thuis te geven. Teleurgesteld in onszelf besloten we dat we nooit meer een hond zouden aanschaffen. ( ” Joekel” is bij mijn moeder trouwens van ouderdom gestorven, goede beslissing dus. )

Enkele jaren verstreken maar toch hadden we het gevoel dat er iets aan ons leven ontbrak. We waren gelukkig met ons viertjes, en inmiddels 3 katten, maar toch. Al een tijdje waren we wat honden aanschaf betreft toch weer aan het twijfelen geraakt. De kinderen waren niet meer zo piep jong en enkele films over het poolgebied en sledehonden hadden onze interesse gewekt. Toen er ook nog een advertentie in de krant verscheen waarin een husky te koop aangeboden werd was, ondanks onze voornemens van weleer, onze weerstand gebroken en gingen we kijken.

Wat we daar aantroffen was hemelschreiend. In een achtertuin van wel 2 voetbalvelden groot stond een kenneltje van 2 vierkante meter. Achter de tralies keken twee trouwe maar wazig bruine ogen me aan. Die blik ging me door merg en been en ik ben hem tot op de dag van vandaag nog niet vergeten. De ren was al enkele dagen / weken niet schoon gemaakt en dat kon je niet alleen zien, maar ook ruiken er was geen plekje schoon om goed te kunnen liggen. De hond, nou ja hond, die me aan keek was sterk vermagerd en vertoonde hier en daar enkele wondjes. Ondanks dat het toch al een tijdje warm was, was de hond nog in de rui en was de vacht besmeurd met uitwerpselen, wat haar aantrekkelijkheid niet vergrootte ( het bleek namelijk een teefje te zijn ). Ik kreeg een brok in mijn keel en mijn besluit stond toen al vast. Wat ik ook voor de hond moest betalen, ze zou met ons mee gaan. Toen de eigenaar de sleutel van de ren ging halen hadden Natascha en ik even tijd om wat met elkaar te praten. Dit ging op fluisterende toon zodat de eigenaar ons niet kon horen. We besloten de hond mee te nemen en linea recta naar de dierenarts te brengen om haar in te laten slapen. Want dit hoopje ellende zag er niet uit en moest wel vals, doodziek en niet meer te redden zijn. Met angst en beven zagen we het moment tegemoet waarop de kennel werd geopend, hoe zou de hond reageren. Van tevoren werd ons nog verteld dat de hond een jaar oud was en een stamboom had. Ze was door de man gekocht als waakhond maar bleek niet te voldoen. (Ja hoor, een husky als waakhond. Zelfs ik, die geen verstand van husky’s had, had de moeite genomen om in een boekje te lezen welke karaktereigenschappen een doorsnee husky heeft. Daar horen waakhonden eigenschappen over het algemeen niet bij. De husky wijst hoogstens aan waar de waardevolle spullen liggen of likt, als je geluk hebt, de indringer vrolijk kwispelend van enthousiasme dood ). Verder liep zij altijd los in de tuin rond, maar was ze vanwege onze komst even in de ren gezet ( wie dit geloofd wordt zalig ). Toen de deur van de ren open ging kreeg ik de neiging om de eigenaar een zetje te geven zodat hij in de ren zou donderen, waarop ik de deur kon te sluiten en de sleutel door kon slikken. Ik wist me echter te beheersen. Onze hond, zoals ik het inmiddels voelde, zette het op een lopen en probeerde de kuierlatten te nemen. Het beestje was echter zo verward dat zij regelrecht het prikkeldraad in rende, waaruit wij haar moesten bevrijden. Hierop volgde de standaardzin: “Dat doet ze anders nooit!!”. Ondanks dat ik van oorsprong niet agressief ben aangelegd moest ik me weer inhouden. Hoezo, zij liep altijd in de tuin rond…

De prijs die er gevraagd werd was veel te hoog voor een dergelijk hoopje ellende maar de koop werd gesloten. Ik heb niet eens geprobeerd over de prijs te onderhandelen want we wilden het beestje zo snel mogelijk van de plek des onheil weg hebben. Omdat ze zou schuw was heb ik haar naar de auto gedragen en haar zo smerig als ze was op de schoten van de familie op de achterbank gedropt. De gezichten van de verzamelde gemeente spraken boekdelen. “Je wilde toch een hond, geen mormel” of ” Jezus wat een graflucht, zonde van het geld”. Het gaspedaal werd tot op de bodem ingedrukt en ik schoot de wijk uit. Toen ik in de achteruitkijkspiegel keek zag ik nog net dat de vrouw van de eigenaar in haar ogen wrijven. Ik dacht huichelaar, als je werkelijk iets om de hond had gegeven dan had je iets aan haar situatie gedaan.

Zoals mijn voornemen al was, zijn we bij ons in de buurt gelijk naar de dierenarts gereden. Spreekuur had hij niet maar nadat ik zijn assistente de situatie had uitgelegd kon ik toch binnen komen. De behandelkamer waar we naar toe gebracht werden was net gepoetst en rook naar ontsmettingsmiddelen, maar toen wij 5 minuten binnen waren was dat wel anders.

Nadat zij van de zenuwen de hele auto had onder gekwijld was onze husky inmiddels wat rustiger geworden en zat rustig te wachten op wat komen ging. De deur zwaaide open en een zeer gemoedelijke man, van gevorderde leeftijd kwam binnen en stelde zich voor als de dierenarts. Zijn bril stond op het puntje van zijn neus en over de brilrand keek hij ons met gefronste wenkbrauwen aan. Hierna boog hij zich voorover naar de hond en vroeg, (je wilt het niet geloven aan de hond ):”Wat kan ik voor je doen?” Hierna werden zijn ogen steeds groter en ik zag afgrijzen in zijn blik. Natascha en ik waren blij dat we de assistente al gezegd hadden hoe de vork in de steel zat want anders zouden wij misschien aangekeken worden op de toestand waarin de hond verkeerde. Heel voorzichtig pakte hij de hond op en zette hem liefdevol op de onderzoekstafel. ” Wat hebben ze in vredesnaam met jou uitgevoerd?” Bromde hij. Langzaam gleden zijn vingers over de vacht. Zwarte puntjes sprongen links en rechts weg. We hadden niet alleen een hond gekocht maar ook een heel leger vlooien. Rustig zette hij zijn onderzoek voort keek nogmaals over zijn bril naar mij en zei:” De vorige eigenaar was een stevige roker” en wenkte mij om korter bij te komen. Op de huid van de hond zaten verschillende littekens en nog open wondjes, mij begon het te dagen. Er waren sigaretten of sigaren in haar vacht uitgedrukt!! Een schuldgevoel bekroop mij, waarom had ik me een paar uur geleden ingehouden en had ik die vent niet getrakteerd op een paar muilperen??? “Ik begrijp dat jullie de hond willen laten inslapen” sprak de dierenarts. We knikten bevestigend maar niet meer overtuigd, want op de rit hierheen en ook nu weer gedroeg de hond zich voorbeeldig. Er was geen spoor van agressie te bespeuren en ik meende zelfs een verandering in haar ogen te zien, ( of wilde ik die zien ).” Je bent nu al zover met de hond gekomen, wil je het niet voor en tijdje proberen, over de kosten worden we het wel eens en volgens mij is dit een prima hond”. Zei de dierenarts. Een blik van verstandhouding met Natascha was genoeg om tegelijk ja te roepen. De wonden werden verzorgd en met veel goede raad en tips togen we huiswaarts. Hier werd de hond met vereende krachten gewassen. Dit had nog wel wat voeten in de aarde want zij was het duidelijk niet gewend om verzorgt te worden. Tijdens de wasbeurt werd de omvang van de schade pas goed duidelijk. Overal zaten wondjes. Ook nu weer werden de wonden verzorgd en kreeg de hond een eigen plekje toegewezen in de huiskamer. Inmiddels hadden de katten zich ook in de huiskamer gemeld en lieten hun ongenoegen blijken door via het behang naar het plafond te klimmen en daar luid blazend te blijven hangen. Wonderwel ging de hond op haar deken liggen en viel in een onrustige diepe slaap. De katten kwamen voorzichtig kijken wat we nu weer aangeschaft hadden. Volgens mij kon het hun goedkeuring wegdragen want we hebben nooit last gehad van ruzies tussen katten en hond. Na 2 uurtjes werd onze husky wakker en ging voor de tuindeur zitten. Wat we niet verwacht hadden gebeurde onze nieuwe aanwinst bleek zindelijk te zijn. Hoe ze dit geleerd had was me een raadsel maar ze zou ons nog vaker verrassen met haar schranderheid.

Zo zorgde ze ervoor dat ik mijn tuin enkele keren opnieuw moest afrasteren, omdat ze elke zwakke plek wist te vinden en er van tussen ging. Gelukkig kregen we haar via haar geregistreerde tatoeage, enkele bijzondere hondenliefhebbers en met de hulp van de regionale politie iedere keer weer terug. Ik leerde in die tijd wel dat de husky in korte tijd veel snelheid ontwikkeld en veel kilometers kan afleggen. Ook zijn ze zeer wendbaar want de laatste keer dat ze wegliep zag ik haar gaan en ben er met de auto direct achteraan gereden maar ik had moeite haar bij te houden door al die bochten. Toen ik haar te pakken had, dus toen mevrouw dacht dat ze genoeg gerend had, keek ze me aan met een blik van: ” Wat maak je je toch druk man ik ben er toch weer,……… rustig, rustig. Hijgend vleide ze zich op de achterbank van mijn auto en keek me via de achteruitkijkspiegel aan met een blik om verliefd op te worden. ( Alsof ik dat nog niet was ). Het werd zelfs zo sterk dat, nadat ze voor de 3e keer was weg geweest de politie in Heythuysen gek scherend een Limburgse vlaai als vindersloon vroeg omdat ze onze husky weer eens hadden gevonden. Na een tijdje kreeg ik van de heren telefoon met de vraag: ” Piet, we hebben een husky gevonden. Is het soms weer die van jou?” Gelukkig was dit niet zo en was mijn tuin zo beveiligd dat ze niet meer weg kon komen.

Er waren enkele maanden verstreken, mijn tuin had een nieuwe omheining en was omgetoverd in een siertuin met vijver van 5 bij 10 meter, mijn oprit had een poort gekregen, en de husky raakte gewend aan haar nieuwe situatie en voelde de behoefte niet meer om weg te lopen. Ze bleef en blijft tot nu toe, achterdochtig tegenover vreemde mannen, is zeer onderdanig, maar ze voelde zich duidelijk bij ons thuis en liet dat ook regelmatig blijken. Jeetje, wat hadden wij geboft om deze hond te kunnen kopen. Zienderogen knapte het dier op en verloor haar gereserveerdheid. Alleen eten deed ze vrij weinig maar dit lag achteraf meer aan onze keuze van voer en de inschatting van de hoeveelheid die een husky behoort te eten.

 3

Kennismaking met de sport

 In diezelfde tijd bleek er een sledehondenrace gehouden te worden in Roggel, een paar dorpen verder op. Ik wilde wel eens gaan kijken wat dat voorstelde want door de ervaring die ik opgedaan had met de oude eigenaar van onze husky had ik het niet meer zo op mensen die een sledehond bezitten. Dit bleek echter alleen maar op vooroordelen gestoeld te zijn want toen we om 9.00u. op het stake-out terrein5 aankwamen overweldigde me de sfeer die er hing. Overal stonden busjes en caravans geparkeerd, waartussen de honden aan de ketting lagen. Iedereen was druk in de weer om zich voor te bereiden op de race of om de honden te verzorgen. Er klonken geluiden van huilende husky’s en malamutes, keffende samojeden en kletsende mensen en kinderen. Het ademde een sfeer van gemoedelijkheid uit. Dat bleek ook wel want hoewel ik gereserveerd was naar “deze mensen” toe had ik wel een hoop vragen over de husky. Het verwonderde me dus ook dat ik een gewillig oor vond voor mijn vragen en dat de mensen zoveel tijd namen om me te antwoorden. Er was zelfs iemand die mijn hond stond te bewonderen en die zei dat zij goed in hun span zou passen en dat zij, en ik citeer, “er verrekkes goed uit zag”. Dit was voor mij de opmerking waardoor ik alle vooroordelen liet varen. Ik als trotse, relatief nieuwe, huskybezitter had een hond die iemand anders ook wel zou willen. Nu wilde ik echt aan de praat komen met deze mensen. Langzaam liep ik naar de start waar helaas op dat moment werd omgeroepen dat de race wegens te warm weer werd afgelast en dat er alleen nog wat trainingsrondjes gedraaid zouden worden. Wist ik veel dat een karrenrace in de sledehondenwereld sowieso gezien wordt als een training en het echte werk pas in de sneeuw begint. Maar toch. Ondanks mijn teleurstelling kon ik enkele teams in actie zien en stond met open mond te kijken. Verder viel het me op dat alle honden hun staart fier hoog droegen, geen enkele hond liep met de staart tussen de benen, voor mij een teken dat ze het naar hun zin hadden, zelfs aan de stake-out. Er hing een waas van vrijheid en avontuur over de trail, die zijn weerga niet kent. Bij mij bleef echter de gedachte overeind dat dit niet voor ons was weggelegd. Wij waren niet van die fanatieke types, want dat er veel geld en tijd in deze sport ging zitten had men mij al duidelijk gemaakt. Ik kon me ook niet voorstellen dat ik een uur achter elkaar over husky’s, sleetjes, karren e.d. zou kunnen praten. ( Je moet nu mijn omgeving, familie of collega’s eens vragen, ze worden gek van dat geklets over sledehonden ) Op dat moment had ik nog niet in de gaten dat ik al een stevige besmetting met het “ Huskyvirus” te pakken had en mijn wissels voor de toekomst al gezet waren in een richting die ik toen niet voor mogelijk hield.

Doordat de race was uitgevallen was de speaker niets te doen en begon met mij een praatje. ” Hoeveel honden heb jij?”. ” Een, ” antwoordde ik. ” Wanneer koop je er nog een?” Was de volgende vraag. Ja zeg, ik was blij dat ik een husky had en zij begon te zeuren over een tweede hond. Hierop begon de vrouw, uit te leggen welke mogelijkheden en klassen er in de sledehondensport waren. Ik luisterde geboeid en vroeg honderduit. Ik had niet in de gaten dat er zo uren verstreken. Al mijn vragen werden wederom met veel geduld en vol trots over de sport beantwoordt. Ik vertelde haar ook hoe wij aan onze husky waren gekomen. ” Oh ” zei ze laconiek, ” als ik dat zo hoor dan zie ik je nog wel eens op een andere race maar ik geloof dat je dan niet aan de kant staat te kijken maar dat je dan deelneemt.” Sterker nog, ze bood me aan om bij haar langs te komen en eventueel met haar man en haar samen te trainen! Ze draaide zich om naar haar man die naast haar bleek te staan en zei:” Volgens mij is er weer een verslaafde bij. Die zien we nog vaker.” Ik haastte me om te zeggen dat ik ervan overtuigd was dat wij het bij een husky zouden houden en ik niet de sport in wilde en ik zeker mijn vrouw niet zo ver zou krijgen om nog een hond te nemen. Hierop draaide ik me om en met een, bijna smalende, glimlach liep ik weg. Ik hoorde echter nog net de man achter me ” ja, ja, hij wel.” zeggen en de vrouw begon te giechelen en riep me nog na: “Tot de volgende keer.” Ik moest me dwingen om niet naar mijn voorhoofd te wijzen en liep door. Enkele uren later, het was inmiddels donker, verlieten we het stake-out terrein. Aangestoken door en sluimerend virus dat niet kan worden bestreden omdat er nog geen medicijn voor uitgevonden is, en diegene die er door aangestoken zijn niet op zoek gaan omdat ze eenvoudig niet van dit virus af willen.

4

Het verhaal gaat door.

 Even bleef het rustig aan het huskyfront. Het werd weer kerstmis, voorjaar, zomer, herfst. In de herfst zond de Duitse televisie een Walt Disney film uit over sledehonden. ( “Iron Will” ) een week later gevolgd door een documentaire op Discovery channel met de naam ” the last husky”. Samen met Natascha heb ik vol aandacht gekeken. Ik voelde dat het huskyvirus weer wat actiever werd, het begon te kriebelen. Het is toch mooi zo’n sledehondenteam te zien werken. Hoe zou het voelen op zo’n slee? Ik liet niets merken aan de familie want we hadden afgesproken dat er maar een hond zou komen en ik had hier mee ingestemd, volmondig ( stom, stom, stom!!). Voorzichtig keek ik naast me op de bank, geen enkele reactie. De volgende dag heb ik de fiets uit de garage gepakt en ben met onze husky aan de riem een eindje gaan rijden. Dom!! Ten eerste loopt een husky in een harnas voor de kar want aan zijn halsband hangt hij zichzelf bijna op. Wist ik echter veel, de husky had nog geluk dat ik geen slipketting voor haar gekocht had want dan had zij het nog zwaarder gehad. Ten tweeden male dom, want Piet op een fiets is even gevaarlijk als Piet aan een stopcontact laten likken, als hij geluk heeft overleefd hij het. Ten derde male dom want ik als verpleegkundige had moeten weten dat je met een flinke virus infectie binnen moet blijven en de brenger van het kwaad zo veel mogelijk moet mijden. De husky zet meteen de sokken erin. Dit is ruig, zonder te trappen een snorfiets voorbij. Het meisje wist niet wat haar overkwam. Op de weg werd het volgens mij echter te gevaarlijk en ik stuurde met veel moeite de hond de weg naar de grindmeren in. Van commando’s had ik nog nooit gehoord, maar het lukte. Langs de grindmeren kreeg de hond het echt naar haar zin en zet het op een lopen. Hoe hard het ging weet ik niet meer, maar voor een Jodokus als ik op een fiets ging het bijzonder hard. Opeens bedacht de hond zich dat zij ook wel eens haar behoefte moest doen en zette vier poten in het zand. De hond stopte en de fiets even later ook. Alleen de berijder van de fiets, ik dus, had niets in de gaten want die zat nog te genieten. Ik wist niet dat iemand van 90 kilo zo gemakkelijk gelanceerd kan worden door een hondje van amper 19 kilo. Ik vloog over mijn stuur, kwam op mijn broodmolen terecht, scheurde mijn broek, viel mijn heup beurs en schuurde mijn knieën open. Maar ik had de hondenriem nog vast! Op mijn buik liggend keek ik om, recht in het gezicht van mijn husky. Het dier keek eens naar de bolus die ze op het gras gedeponeerd had, keek naar mij en verdomd als het niet waar is volgens mij had dat dier een lach op haar gezicht.
Het werd 23 december, ik had vroege dienst. Om 16.00u. stapte ik nietsvermoedend de kamer binnen en er lag een krant op de tafel. Niets vreemd aan zul je zeggen, buiten het feit dat we helemaal niet geabonneerd waren op een krant. “Kijk” zei Natascha, “er staat een advertentie van een husky in de krant, zullen we eens bellen.” Nou er was weinig overredingskracht voor nodig om me naar de telefoon te krijgen. Ja hoor, de husky was er nog en we konden de volgende dag gaan kijken. Mij bekroop een onzalig gevoel, met het geluk dat wij met honden hadden was dit weer zo’n malloot die ons een hoop werk bezorgde. Toch maar even gaan kijken de volgende dag. Kijken is per slot van rekening nog niet kopen. Goed we stapten in de auto en reden naar Noord Limburg. In een pittoresk dorpje zochten we naar het adres dat we snel genoeg vonden. Nadat we aangebeld hadden deed een vrouw van oosterse afkomst de deur open. Jammer, we waren verkeerd maar toch even vragen of ze iemand in de buurt wist die een husky heeft. Ja hoor, dat wist ze want we waren aan het goede adres. Ik ook altijd met mijn vooroordelen. We werden het halletje binnen geloodst van een kleine woning en konden de huiskamer in kijken. Op de overgang van de keuken naar de huiskamer keken me twee ogen aan. ( Ja, ik heb wat met ogen ) Een blauw oog en een bruin. Nog geen 10 seconden later sprong er kwispelend een husky tegen me op die meteen met zijn tong mijn gezicht begon te poetsen. Ik ben brildragend, dus binnen een mum van tijd zag ik alleen nog maar vlekken. Achter mij hoorde ik Natascha mompelen “verkocht”, ze doelde op de hond maar ook ik was gelijk verkocht. Heel stoer zei ik tegen de eigenaar, die inmiddels ook was komen kijken, dat ik eerst moest zien of deze hond wel op kon schieten met onze eigen hond. Dus ik stelde voor om onze husky uit de auto te halen en met beide hondjes een stuk te gaan lopen. “Prima” zei de eigenaar. Op weg naar de auto vertelde hij me nog enkele bijzonderheden van de hond. “Hij eet alleen maar nasi en boterhammen met leverworst.” ( Heb ik dat? ) Op mijn vraag; ” Maar verder is hij gezond?” keek hij niet begrijpend naar zijn vrouw en knikte ja. “Hoe heet de hond?” Vroeg ik. Van de naam die hij hierna noemde kon ik geen chocolade maken. Misschien was het wel Thai voor ijsbeer, ik weet het niet, toen ik het uit probeerde te spreken raakte mijn tong in de knoop. Ik besloot dit thuis wel op te lossen (hoezo, de hond was nog niet verkocht? ). Even later liep ik met twee husky’s door een vreemde straat. Toen we enige meters gevorderd waren besloten de dame en heer dat ze wilden spelen. Ik werd als een rollade in de hondenriemen gedraaid en viel weer op mijn plaat. Maar de hond had mijn hart al gestolen en een half uur later zaten we met 2 husky’s in de auto en reden richting huis. Onderweg besloten we de husky “Wolf” te noemen en probeerden de hele weg of hij op zijn naam reageerde. Niet dus wat had je anders gedacht. Wetenswaardig is nog te vermelden dat het stel waar we “Wolf” van gekocht hadden beiden werkten en dat hij overdag bij zijn vader in de schaapskooi verbleef. Onze auto meurde alweer als de eerste de beste veetransporter. Thuis aangekomen dus eerst weer de shampoo uit de kast. Goed, vaders Kerst kon niet meer kapot. En diegene waarvan ik dacht dat ze zeer standvastig zich aan de een-hond-politiek zou houden had het vuurtje weer aangewakkerd. Ik zou nu toch nog wat vaker moeten gaan fietsen want twee honden tegelijk aan een fiets daar had ik, gezien mijn eerste ervaring, te weinig lef voor.

 

Weer verstreken er enkele maanden zonder veel noemenswaardigheden op husky gebied. In november zat ik op mijn werk de krant te lezen. Ik sloeg de pagina om en, hoe raad je het, twee husky ogen keken me aan. Inmiddels was thuis de garage omgebouwd tot kennel en hadden we plaats genoeg om nog zo’n vierbener aan te schaffen. Volgens de advertentie was er haast geboden want de hond, namens Rocky, zit te verpieteren in het asiel. Ik besloot naar huis te bellen en Natascha voorzichtig te vragen wat we met dit zielige hondje van 8 maanden aan moesten. Natascha raadde me aan het asiel te bellen en een afspraak te maken om te gaan kijken, want kijken is nog niet kopen, nietwaar (waar heb ik dit eerder gehoord)? Het was vrijdag toen ik belde en op zaterdag was het kijkdag in het asiel. De vrouw die ik aan de lijn kreeg vertelde me dat ik de zoveelste was die voor de husky belde en het geen zin had om te komen kijken er waren genoeg gegadigden. Ook vertelde ze even tussen neus en lippen door dat de hond voor de 4e keer geplaatst zou worden want het ging steeds mis omdat hij ‘s nachts of overdag hartverscheurend zat te janken of de meubels sloopte. Toen ik vertelde dat we al 2 husky’s thuis hadden werd haar aandacht gewekt. Dit was misschien niet iemand die alleen op het uiterlijk van de hond viel. Om mijn argumenten kracht bij te zetten vertelde ik nog even dat we van plan waren om een sledehondenteam te beginnen en ons actief met de sport te gaan bezig houden. Mijn hemel, wat had ik nu gezegd? Dit verzon ik ter plekke maar ik geloofde dat ik het nog meende ook!!!! Aan de andere kant van de lijn werd de interesse groter. Het bleek een persoon te zijn met het hart voor honden op de juiste plek en adviseerde mij om de volgende dag om 8.30u. voor haar asiel te staan want er waren nog 12 andere gegadigden. Eigenlijk wilde ze de hond aan ons verkopen, maar wie het eerst komt wie het eerst maalt, ze kon het de andere klanten niet aan doen dat ze voor niets zouden komen. Nu moest ik thuis nog gaan vertellen dat we op een vrije zaterdag om 8.30u. voor een asiel moesten staan terwijl het 2 uur rijden zou zijn. Dat betekende dus om 5.45u. opstaan. Er werd lelijk gekeken aan het thuisfront maar het bekende virus had bij iedereen toegeslagen en in alle vroegte werden de volgende dag de honden in de auto geladen en gingen we vroeg (te vroeg) op pad. De honden meenemen was een strategische zet omdat ik me schuldig voelde over het leugentje over de sledehondensport, maar zo kon ik wel laten zien dat ik niet helemaal gelogen had. Niet dat ik van plan was dit te vertellen, maar toch. Het bleek iets korter rijden te zijn als ik gedacht had en om 8.00u. stonden we, helaas niet als eerste, voor de deur. Er bleken nog meer vroege vogels te bestaan die een husky wilden kopen. Wijselijk vertelde ik niet met welke reden ik daar was, maar besloot alvast aan te bellen. Op de eerste etage reageerde een jongeman op mijn aanbellen en stak een verwilderd hoofd door het raam, geeuwend vertelde hij in het Brabants dat we te vroeg waren en nog een half uur moesten wachten. Gedurende deze tijd vulde het parkeerplaatsje zich met meer gegadigden en als ik het zo beluisterde kwamen er verschillenden om een husky te kopen. Ik baalde als een stekker want de eigenaresse had me gisteren verzekerd dat er maar een husky in het asiel zat. Na een half uur ging de deur open en kwam een vrouw naar buiten. Ze nam iedereen in zich op en vroeg van wie de zwarte auto op de parkeerplaats was. Ik vertelde dat dit mijn auto was. Ze zei dat ze de mensen die voor de husky gekomen waren moest teleurstellen omdat deze hond de dag tevoren verkocht was, maar dat er genoeg andere honden in het asiel zaten die nog een goed tehuis zochten. Een deel van de bezoekers kwam sowieso niet voor de husky en gingen naar binnen. Enkele potentiële husky kopers besloten toch het asiel in te gaan om te gaan kijken of er iets anders van hun gading te koop was en de rest, waaronder wij, besloten dan maar de thuisreis aan te gaan. Een vloek van teleurstelling lag me op de lippen toen ik me omdraaide en naar de auto wilde lopen. De vrouw tikte me op de schouder en zei: “Hij is voor u als u hem nog wilt hebben meneer, ik heb de andere husky’s in uw auto zien liggen en mijn man en ik hebben gisteravond afgesproken dat we zouden proberen om het risico van een verkeerde plaatsing zo veel mogelijk uit te sluiten en u leek de geschiktste kandidaat, omdat u al husky’s hebt”. Ik kon mijn geluk niet op. Mijn andere honden zouden het misschien nooit begrijpen, maar dank zij hen hadden we ineens 3 husky’s. De formaliteiten werden geregeld en toen we wegreden riep ze ons nog na: “Ik hoop dat het een harde werker voor de slee wordt, veel geluk!” Een leugentje om bestwil moet kunnen, vind ik, maar ik heb me allang niet meer zo schuldig gevoeld… Actief in de sledehondensport… Leugenaar… Ondanks alles gingen we in een veel te kleine auto met 3 honden en 4 personen dolgelukkig naar huis.

5

Hernieuwde kennismaking met de sport.

Rocky had zich aardig in ons gezinnetje ingepast. De tuin was voor de zoveelste keer opnieuw omheind, want Rocky bleek een springer6 te zijn en vond de afrastering geen beletsel om de tuin een paar huizen verderop te verkennen. (Een van de bewoonsters van dit huis kwam zeggen dat een van onze honden hun moestuin had omgegraven en of we hem even wilden komen ophalen. Met een spier prei dwars in de bek lag hij ons op te wachten. Weer zag ik de grimas van de hond voor een glimlach aan. Hij lag daar of dat hij wilde zeggen: ” zo, dat heb ik goed geregeld. “) Verder was het grasveld in mijn tuin vervangen door cobbelestones, omdat het gras niet bestand was tegen 12 rennende en gravende huskypoten en waren enkele sierplanten vakkundig door de honden verwijderd.

In het laatste weekend van oktober 1996 zijn we voor de tweede keer naar een race gaan kijken. Dit maal in Eersel. In ons achterhoofd speelden we al met de gedachte om nu echt met de sledehondensport te beginnen, want we hadden meer geld als normaal meegenomen. Toen we van de snelweg afkwamen zagen we na een paar meter al tussen de bomen bestelbussen en caravans staan. Ik zette de auto even aan de kant om te kijken of we op de goede locatie waren. Het raampje werd opengedraaid voor frisse lucht, en plots stonden mijn haren recht overeind. Op nog geen vijf honderd meter hoorde ik het inmiddels vertrouwde geluid van huilende husky’s. Thuis echter sloegen nog maar drie hondjes aan. Nu echter hoorde ik het geluid van enkele honderden husky’s. Het ging me door merg en been. Ja hoor, we waren op de juiste plek. Toen ik een stukje verder reed, zag ik aan mijn rechterkant een plaatje uit een avonturenboek. Overal waar ik keek lagen sledehonden aan de stake-out7. Nu al kon mijn dag niet meer stuk. We parkeerden de auto en stapten uit. We hadden het getroffen, het vroor dat het kraakte en de honden waren in hun element. We liepen het terrein op en weer viel me de sfeer op die er heerste. Mensen in dikke winterkleren waren bezig met hun honden of bereidden zich voor op de race. “Lekker weertje hé” wordt er

geroepen. Een tijd geleden zou ik het niet voor mogelijk gehouden hebben maar ik antwoordde bevestigend, terwijl ik mijn handen warm blies, want vader hoefde geen handschoenen, hij is per slot van rekening een huskyman. Tien minuten later stond ik bij de auto en haalde mijn handschoenen toch maar te voorschijn. We praatten wat met de mensen en vertelden dat we op zoek waren naar materiaal om een sledehondenteam te starten. We werden met raad en daad bijgestaan en waren even later heel wat geld lichter, we hadden echter meer spullen dan we gedacht hadden. De boeken, treklijnen, harnassen etc. werden naar de auto gebracht zodat we ons op de race konden concentreren. Het geld was op maar er bleek alleen nog maar een trainingskar te ontbreken.

We wisten dat we niet alle spullen tegelijk konden kopen en dit jaar nog niet konden starten, maar het bericht van verschillende mushers dat een kar tussen de f 1200,– en f 2500,– zou kosten maakte onze kansen nog kleiner. We bekeken de wedstrijd en toen het donker werd reden we naar huis. De volgende dag kostte het geen moeite om weer vroeg in de auto te stappen en richting Eersel te rijden. Toen we na een tijdje, de race was in volle gang, richting stake-out terrein liepen ving een van de deelnemers onze klaagzang over de kosten van de sport op en vroeg ons wat we nog nodig hadden. We vertelden dat er nog een kar ontbrak. ” Ik weet wel iemand die deze karren bouwt”, zei ze, ” loop maar even mee”. Zo gezegd, zo gedaan.

Aan het einde van het stake-out terrein stond de caravan van Hans Ariessen, Hans was al een flink aantal jaren met de sport bezig samen met zijn vrouw Lenie en zijn zoon Hans jr. Hij maakte inderdaad driewielers voor de sledehondensport. Terwijl ik mijn verhaal vertelde, nodigde hij ons uit voor een kop koffie. Weer viel me het gemak op waarmee de sledehonden mensen contact maken en over hun sport praten. Hans beloofde een kar voor ons te bouwen. De prijs die hij hier voor vroeg lag ver beneden de eerder genoemde f1200,–. Ik moest alleen tot na het sledehondenseizoen wachten en hem zelf komen ophalen in de buurt van Arnhem. Het antwoord op mijn vraag waarom hij dit voor een wildvreemde deed is simpel. “Wij beleven zo veel plezier aan de sport, en dat willen we anderen niet onthouden. De ene hand wast de andere en misschien heb ik jou in de toekomst wel een keer nodig”. Dat zelfde jaar zijn we nog in Deurne en op Terlet gaan kijken naar races, steeds meer wilden wij bij dit wereldje gaan horen en steeds meer raakten we erbij betrokken.

In december maakte Hans Ariessen zijn belofte waar en belde ons op dat de kar klaar was. In een geleende auto gingen we de kar ophalen. Onze eigen auto leek ons te klein om de kar te vervoeren. Dit klopte inderdaad want ook de geleende auto bleek niet gemaakt om een trainingskar in te vervoeren. Als we het voorwiel eruit zouden halen, het stuur zouden neerklappen en de kinderen zich om de kar heen zouden vouwen op de neergeklapte achterbank, dan ging het net. Hulde aan onze Nederlandse en Duitse dienders, ( we rijden een stuk door Duitsland ) ze lieten zich niet zien, want anders hadden we een dijk van een bekeuring gekregen.

 6

Nieuwe ontmoetingen en alles begint vorm aan te nemen.

Het was inmiddels herfst 1997. In de zomer hadden we een ren gebouwd waarin de honden nu woonden. De garage was weer bijkeuken geworden en de vijver in de tuin was verdwenen. Rocky maakte er een sport van om met vier poten tegelijk in de vijver te springen de waterplanten op de oever te leggen of wel hij bracht ze met slijk en al als cadeautje voor ons mee de huiskamer in. Door zijn nagels was het vijverzeil helaas onherstelbaar beschadigd en was vervangen een te kostbare zaak en een hels karwei. Gelukkig begon mijn buurman in diezelfde periode aan een bijbouw met kelder te bouwen en konden wij het zand van zijn bouwput gebruiken om het ontstane gat in onze tuin te vullen. Onze zorgvuldig aangelegde siertuin was nu definitief veranderd in een hondenkennel waar wij af en toe ook gebruik van mochten maken.

Mijn diensten werden aangepast aan het sledehondenseizoen. Dit betekende dat de weekenden dat er wedstrijden waren mijn agenda leeg bleef. We waren nog wel geen deelnemers maar op elke wedstrijd die vanuit Limburg in een dag te berijden zijn, qua afstand, waren we erbij als toeschouwer. We bezochten weer Eersel, Terlet en Deurne en bij ieder bezoekje begon het bij mij weer harder te kriebelen en de onrust nam toe. We waren inmiddels dikke maatjes geworden met de familie Ariessen en tijdens de races hadden we een soort van thuisbasis gevonden, de caravan van Hans en Lenie. Dit jaar verliep niet anders dan het vorige jaar, hier en daar wat praatjes maken met mushers, informatie oppikken en je bij de start staan verbijten omdat ik eigenlijk vond dat ik aan de verkeerde kant van de dranghekken stond. Maar als je twee opgroeiende kinderen hebt zul je toch rekening moeten houden met je financiën en vertoont je bankrekening regelmatig de kleur rood. De kids moeten eten en gekleed worden niet waar? Alle spullen om te beginnen waren aanwezig, maar als je wilt trainen zal je je spullen ook moeten vervoeren, en geld voor een andere auto was er (nog) niet. Om van een caravan voor de races nog maar niet te spreken. Het was niet anders, de trainingskar bleef nog een tijd werkeloos in de garage staan. Toch was er een klein verschil. Het bleek namelijk dat Natascha, van oorsprong en kattenmens, een grotere besmetting had opgelopen dan ik. Ze werd steeds fanatieker en vroeg iedereen de oren van het hoofd. Ze ritselde en regelde met alles en iedereen. Af en toe liep ik door en dacht “hier hoor ik niet bij.” Even later kwam ze me wel vertellen wat ze nu weer voor elkaar had gekregen.

In augustus 1998 hadden we genoeg geld bij elkaar kunnen schrapen om de auto in te ruilen voor een bestelbus. Maar bij alleen de aanschaf van de bus bleef het niet. Hij moest ook nog geschikt gemaakt worden voor onze doeleinden. Sledehondenvervoer dus. Een technisch aangelegde zwager maakte, op mijn aanwijzingen, want ik had in de loop van de tijd al genoeg omgebouwde bussen gezien, voor mij en bouwtekening, hoe ik het beste de laadruimte om kon toveren tot verrijdbare hondenkennel, en nog genoeg plaats over houdt om ook het materiaal te vervoeren. Het was passen en meten. Toen de tekening klaar was kon ik aan de slag. De ombouw had nog heel wat voeten in de aarde. Het werden bijna 1.5 maand van meten, bouwen, passen opnieuw meten, veranderen, weer passen, opnieuw veranderen, schaven en in de lak zetten. Het slokte al onze vrije tijd op. Het was worstelen met de beschikbare ruimte. Uiteindelijk kon de definitieve montage plaatsvinden en volgens mij mocht het resultaat gezien worden. Er waren kastjes ingebouwd om mijn materiaal in op te slaan; boven op de kastjes waren de hokken gemonteerd en tussen de kasten, maar onder de hokken, kon ik mijn kar inladen, mits ik het voorwiel eruit zou halen.

Het was zover, we konden gaan trainen, als de temperatuur het toeliet. De eerste training diende zich enkele dagen later aan, het was midden oktober en de temperatuur was onder de 15 graden gedaald. Als volleerde mushers (dachten we) reden we naar ons, in de zomer zorgvuldig uitgezochte, trainingsgebied (dit doen we op een vroeg tijdstip om wandelaars en dergelijke niet te storen). Het liep echter uit op een teleurstelling. Wat er allemaal zo flitsend uitziet tijdens een race, is niet in een half uurtje geleerd. Verrassenderwijs gedroegen mijn 3 husky’s zich ineens anders toen ze een harnas8 aan kregen en de start ging voortvarend. Dit was dan ook alles. Na 300 meter vonden de honden dat een bepaalde boom er wel erg aantrekkelijk uitzag en besloten om zijn groei te stimuleren en hem te wateren. Nu wist ik eindelijk wat de mushers met een verknoping9 bedoelen. Het was jammer dat ik geen kettingzaag bij me had, want de boom omzagen zou veel gemakkelijker zijn dan mijn honden, kar, treklijn en de boom uit de knoop te krijgen. Natascha kwam aangelopen en kreeg een lachstuip. ” Jij wordt nog eens wereldkampioen” grapte ze. “Ja, wereldkampioen knopen trekken”, dacht ik. Na wat rondjes in slakkentempo gelopen te hebben, keerde ik naar de bus terug. ” Hoe was het?” Vroeg die vrolijke Francien bij de bus. ” Ik had die verdomde kar beter zelf kunnen trekken,” bromde ik in mijn baard, ” dan was ik sneller terug geweest”. De trainingen beperkten zich in de hierop volgende tijd tot de weekenden en niet verder dan 3 kilometer, want ik wilde voor het donker thuis zijn.

Nee dan het echte werk. Ook in 1998 gingen we weer naar Eersel en Deurne. Ik amuseerde me prima tot ze me naar mijn trainingservaringen vroegen. Teleurgesteld deed ik verslag. Er werd begrijpend geknikt en met een glimlach werd mij van verschillende kanten verteld dat ik me niet zo snel uit het veld moest laten slaan want fietsen leer je ook niet in een dag. Hierna werden enkele verhalen verteld uit hun eigen beginperiode, enigszins gerustgesteld en opgemonterd omdat meerdere mushers als onhandig amateur zijn begonnen keerde ik huiswaarts.

Er bleek ook vlak over de grens bij ons in Duitsland een race te zijn, in Geilenkirchen. Hans en Lenie nodigden me hiervoor uit en we gingen weer twee dagen kijken. De Hollanders werden volgens mij hier niet al te serieus genomen want ze kregen een apart vak aangewezen waar ze mochten staan. Ook hier kwamen we in contact met mushers. Toen ik een hond stond te aaien kwam er iemand naar me toe en vroeg me zeer beslist de hond niet aan haar achterkant te aaien want dat had zij, de eigenaresse, niet graag. Ik zal niet schrijven wat ik dacht, maar “stom mens” is zacht uitgedrukt. Natascha werd niet gehinderd door mijn gedachten begon een geanimeerd gesprek met haar en haar man over sledehondensport. Wat ik niet kon weten is dat deze mensen een belangrijke rol zouden gaan spelen in mijn leven als musher en daarbuiten. Na een zeer informatief weekendkeerden we huiswaarts. Ik hervatte de trainingen weer en langzaam ging het beter en kreeg ik er steeds meer plezier in

In het voorjaar van 1999 hadden we een mazzeltje en konden voor weinig een 3e handscaravan overnemen. We besloten toen ook, al waren we slecht getraind, dat zelfde jaar ons voor het eerst in te schrijven bij een wedstrijd. Wat zeg ik, we schreven ons gelijk in voor alle wedstrijden die er in Nederland georganiseerd werden. Hans en Lenie vertelden ons, dat ze een groepje hadden waarmee ze voor een trainingsweekendje, vlak voor het openen van het seizoen, op een camping in Diever (Drenthe) wilden gaan staan. We konden hier met 4 teams terecht. We grepen de mogelijkheid met twee handen tegelijk aan en reden vanuit Limburg begin oktober drie en een half uur naar Drenthe. Wat schetste mijn verbazing, toen ik aankwam op de camping en dat blonde mens uit Geilenkirchen bleek samen met haar man, ene Remko, bij de groep te horen. Evelien, zo heet ze, kwam vrolijk op me af en stelde zich voor.

Toen ik vertelde dat we elkaar al eens ontmoet hadden tijdens een race keek ze ongelovig. Ze kon zich deze situatie niet herinneren. Ik vertelde haar het voorval met haar hond in Duitsland, Evelien vertelde toen waarom ze zo reageerde. Haar verhaal was zo begrijpelijk dat ik me zelf wel voor het hoofd kon slaan. “Had dan meteen om uitleg gevraagd, stommerik” dacht ik na haar verhaal. Maar ondanks dit klikte het op de een of andere manier meteen tussen ons. Evelien vertelde dat ze dit jaar alleen Eersel zouden lopen, omdat ze dat zelfde jaar nog zouden gaan verhuizen van Aalsmeer naar Friesland en ze het te druk kregen om ook nog een strak trainingsprogramma te draaien.

De campinghouder bleek prettig gestoord te zijn; dit kan niet anders want wie laat anders, als er nog andere gasten zijn, een heel roedel sledehonden op zijn terrein? Hij trakteerde ons het hele weekend op zijn grappen en grollen, maar hielp ons ook waar hij helpen kon. Dat was ook wel nodig want bij controle bleek dat onze caravan een kachel had mee gekregen die bestemd was voor de zomer. Met andere woorden hij weigerde elke dienst en wilde maar niet branden. Hans Ike, de campingbaas, werkte enkele uren tevergeefs aan onze warmtebron. We moesten het dit weekend dus zonder verwarming stellen. Overdag was dit geen probleem, maar we hadden alle geluk van de wereld en ’s nachts bleek het voor de eerste keer dat jaar te hebben gevroren. Dat de caravan nog op zijn plaats stond toen we ’s ochtends wakker werden is een wonder want we hadden een partij liggen rillen die nacht! Maar als rechtgeaarde optimisten mocht dit de pret niet drukken. Totdat ons dakluikje begon te lekken. Ik geef je een goede raad, als je iets 3e hands koopt zorg dan dat voor je het gebruikt het op deugdelijkheid getest is en laat alles een keer proefdraaien, zo voorkom je veel ellende. Toch had ik dit weekend voor geen goud willen missen want ook nu leerden we weer veel en hadden plezier voor tien. Voordat we naar huis reden werd er afgesproken dat we dit weekend in april, rond de, Pasen nog eens over zouden doen.

 7

Onze eerste race.

De eerste race waaraan we deel zouden nemen was de karrenwedstrijd op het E-3 strand in Eersel. Al enkele jaren waren we hier als toeschouwer aanwezig geweest maar deelnemen, geeft een heel ander gevoel. Dagen van tevoren was Natascha al bezig met het in orde brengen van de caravan. Ook ik was al de hele week met mijn gedachten bij mijn musher-debuut. Vrijdagochtend werd de bus ingeladen en waren we, veel te vroeg, klaar. Onrustig werd er gewacht tot we konden vertrekken. Toen de tijd gekomen was gingen we gepakt, gezakt en vol verwachting op weg. Doordat we al zo vroeg vertrokken waren en relatief weinig afstand hoefden af te leggen waren we als een van de eersten op het stake-out terrein. Hans en Lenie waren er gelukkig ook al en wenkten ons naar hun “vaste plekje” aan het einde van het stake-out terrein. Op aanwijzingen van Hans werd de caravan en de bus op zijn plek gezet en de stake-out klaar gelegd. De honden werden uitgeladen, vastgemaakt, gewaterd. Van een afstandje keek ik goedkeurend en met enige trots naar dit tafereel. Er was nog geen meter wedstrijd gelopen maar eindelijk hoorde ik erbij!!! Ook wij waren nu onderdeel van een klein select groepje in Nederland: de musherfamilies.

Even later kwamen Evelien en Remko het terrein op draaien. Jammer genoeg konden ze niet naast ons staan want het stake-out terrein was verdeeld in verschillende vakken, waar de hondenklassen bij elkaar stonden. Hans jr. en ik liepen in de 4 hondenklasse (ik met 3 honden) en Remko liep met 8 honden de wedstrijden. Langzaam liep het terrein vol. Om 18.00u. moesten de karren gekeurd worden. Een vreemd gevoel bekroop me, het zou toch niet zo zijn dat mijn kar afgekeurd werd en ik alsnog niet mee zou kunnen doen. Hans stelde me gerust. Natuurlijk zou de kar goedgekeurd worden. Hij had hem precies zo gebouwd als zijn andere karren en er reden er al een stel een paar jaar in het wedstrijdcircuit mee. Na de karrenkeuring10 werd het tijd om te eten. Mijn kinderen had ik al enige tijd niet meer gezien en ik ging ze zoeken. Uit de caravan van Remko en Evelien hoorde ik bekende geluiden. De dames hadden zich al de hele middag bij de familie de Jong geamuseerd. Ze gedroegen zich alsof ze er thuis waren. Hun kleren vertoonden al enige sporen van hondenliefde, met andere woorden, er stonden al modderpoten en vegen op. Ze begonnen enthousiast te praten over de honden van Remko en Evelien. Ook kenden ze al bijna alle namen en dat viel niet mee want aan deze stake-out stonden 16 Siberische husky’s van alle kleuren en maten. Een van de honden was me in Diever al opgevallen, het was een grote, stevig gebouwde rode husky die als een bezetene aan zijn ketting stond te rukken en om aandacht vroeg, Pronya. Het is bijna niet te geloven dat deze hond in huis de rust zelve is wanneer hij zo tekeer gaat, maar een husky is geboren om te werken en Pronya is hier het sprekende voorbeeld van.

Maar goed, met wat overredingskracht kreeg ik de dametjes toch weer terug naar ons eigen honk waar we buiten, met het bord op de knieën, de erwtensoep die Lenie gemaakt had nuttigden.

Na de maaltijd was het tijd voor de mucher-meeting11 in de kantine. Hier werd verteld hoe de trail12 eruit zag en waarop gelet moest worden. Ook werd uitgelegd wat de bordjes langs de trail betekenden. ( Blauw: rechtdoor of je bent op de goede weg. Geel: let op gevaarlijk situatie. Rood rechts van de weg: bocht naar rechts. Rood links van de weg: bocht naar links. Ook staat er wel eens op de bordjes vermeld voor welke klasse ze bedoeld zijn. ) We bleven na deze meeting nog even hangen om wat te drinken en bespraken onze eerste ervaringen. Hierna naar de caravan de honden verzorgen en vroeg slapen. Een paar dagen geleden had ik niet gedacht dat er een tijd zou komen dat ik om 23.00u. in bed zou liggen. Ik was namelijk een avondmens met redelijk wat slaapproblemen en voor 0.30u. lag ik nooit in bed. Buitenlucht maakt echter vermoeid en ik viel als een blok in slaap.

s Morgens werd ik gewekt door het gehuil van de eerste honden die uit de bussen gehaald werden en het gerammel van voerbakken. Ik keek op de wekker, Jezus het was pas 07.00u. Dit was wel erg vroeg om op te staan op een vrije dag. Wonderwel was ik klaarwakker en uitgeslapen. Ik kleedde me aan en liep naar buiten. Mijn eerste gang ‘s morgens is die naar het toilet. Thuis is dit een kwestie van 2 meter lopen, met je slaperige kop de badkamer deur open maken en je instaleren. Hier was het een wandeling van 10 minuten, als je haast had iets korter, in een onverwarmde ruimte doen wat je niet laten kon (leuk als het vriest) en opgelucht dat je het weer gehaald had terug naar de caravan. Hier aangekomen was er leven gekomen in de rest van de familie. Natascha had de waterbakken al gevuld en we konden de honden aan de stake-out zetten. Ik had me van tevoren zorgen gemaakt hoe de honden het zouden vinden om de hele nacht in de bus opgesloten te worden. Voor genoeg ventilatie was gezorgd maar het bleef een kleine ruimte als je de ren bekeek die ze thuis tot hun beschikking hadden. De achterklep van de bus ging open en 3 paar ogen keken me aan. Lui werden de poten gestrekt en omdat het moest lieten de 2 heren en 1 dame zich uit hun slaapplaats helpen. Weer een zorg minder, ze hadden het duidelijk naar hun zin gehad. De brokken die ze voorgezet kregen waren in een mum van tijd op. Dit was wel eens anders geweest. In het begin voerden we veel te veel waardoor de bakken vol bleven, en de honden te dik en lusteloos werden. Dit was een van de reden waardoor onze trainingen zo slecht liepen, want er moest veel te veel extra gewicht mee gesjouwd worden. Na enkele adviezen, van met name Evelien en Remko, zagen de honden er nu beter uit en voelden ze zich beduidend beter. Ik kon de honden voeren omdat mijn start pas die middag zou zijn. De mushers die ‘s morgens al aan de start moesten verschijnen wachtten met voeren tot 1 uur na de race. Een sporter gaat ook niet met een volle maag een wedstrijd in. Je krijgt onherroepelijk problemen als je de honden, net voordat ze moeten lopen, voert. Het is niet onwaarschijnlijk dat dan de dierenarts er aan te pas moet komen. De honden wateren voor de race is wel belangrijk, je brengt de waterhuishouding op pijl en probeert hier ook mee te voorkomen dat ze onderweg uit eventuele plassen drinken. Dit kost tijd en het kan diaree veroorzaken.

Ik slenterde naar de start waar de eerste teams al vertrokken voor hun eerste loop van dit weekend. Als eerste ging de A-klasse ( 7 of 8 honden ) van start. Het was een kabaal van jewelste. De honden stonden op hun achterpoten aan de treklijn te sjorren om van start te gaan. Toen het startsein werd gegeven kwam er een krachtexplosie vrij en stoven ze weg, snel hadden ze de eerste bocht naar rechts bereikt en verdwenen uit het zicht. Hierna stond het volgende team al klaar en voltrok zich hetzelfde schouwspel. Na de A-klasse waren de grote teams aan de beurt, de O-klasse ( de open klasse, meer dan 8 honden ), hierna de pulka klasse ( dit is een categorie waarbij de musher achter 1 of 2 honden aan loopt met tussen hem / haar en de honden een klein karretje dat 10 of 15 kilo weegt). In de sneeuw verruild de musher zijn loopschoenen voor langlauf ski’s en het karretje voor een klein sleetje ).

In de middagpauze die hierna volgde was bij mij de spanning voor de aanstaande wedstrijd al voelbaar, maar ik moest nog tot ongeveer 15.00u. wachten eer ik zelf aan de slag kon. Voor mijn klasse, de C-klasse ( 3 of 4 honden ) van start ging, moesten eerst nog de B-klasse ( 5 of 6 honden ), en de ski-jöring ( 1 of 2 honden waarachter zonder karretje aan gelopen wordt maar verder is dit hetzelfde verhaal als de pulka klasse ) vertrekken.

 8

Eindelijk van start.

Al geruime tijd voordat ik aan de start moest verschijnen begon ik behoorlijk onrustig te worden. Wat zou me te wachten staan? Hoe zouden mijn honden reageren? Ik kan niets anders zeggen dan, de zenuwen gierden door mijn keel. Normaal ben ik de rust zelve, maar dit keer ging mijn hartslag aardig te keer. ( Nu een tijd later is het niet meer zo erg maar het gevoel van onrust voor een race blijft. )

20 minuten voor de race werden de honden uit de bus gehaald. Hier had ik ze 2 uur eerder ingelegd, om ze rust te geven zodat ze hun krachten konden sparen voor de te lopen race. Aan de stake-out werden hun harnassen aangedaan. Ook aan de honden was te merken dat er iets bijzonders stond te gebeuren. Ik had ze nog nooit zo onrustig gezien. Toen ik ze voor de kar spande begonnen ze fanatiek aan hun treklijnen te rukken. Waren dat die 3 rustige hondjes die de hele dag in mijn huiskamer lagen te suffen? Natascha begeleidde me naar de start, het gevoel van onrust nam toe. Aan de startstreep werd afgeteld. Bij 0 werd mijn kar losgelaten en ging ik eindelijk van start. Je houdt het niet voor mogelijk maar naar de eerste passen van de honden viel de spanning van me af en was het genieten geblazen. Achteraf zou blijken dat ik, op zijn zachts uitgedrukt, niet zo snel ging maar ik deed wedstrijd ervaring op. Eersel is een relatief korte race ( ongeveer 4 km. ), maar na korte tijd begonnen mijn honden te verslappen. Het werd duidelijk dat mijn honden niet goed genoeg getraind waren. Links en rechts werd ik gepasseerd door teams die na me waren gestart en meer snelheid hadden, toch genoot ik. Als er een team voorbij kwam probeerden mijn honden het tempo bij te houden en ging de snelheid omhoog, na een tijdje echter moesten ze het andere team laten gaan en gingen weer over op hun eigen tempo. Ik liep de race uit en kon de honden gezond over de finish brengen. Bezweet en zeer voldaan kwam ik over de finish. Ik had weliswaar een langzame tijd gelopen, maar het plezier was er niet minder om. ( Gekscherend zeg ik wel eens dat ik meer plezier heb dan de snelle teams. Deze zijn sneller bij de finish, maar ik kan langer genieten ). Tot nu toe is mijn motto gebleven: “Ik heb mijn doel al bereikt als zowel de honden als ik gezond over de finish komen en plezier hebben gehad. De tijd is leuk, maar doet er minder toe”.

Het gevoel van avontuur wat ik gezocht had, had ik nu gevonden en meer…. Dit was wat ik al die tijd gezocht had.

Na de finish ging Sanne op mijn kar staan zodat ik even langs mijn honden kon lopen. Niet alleen om te kijken of ze de run goed doorstaan hadden maar ook om ze even te aaien en te bedanken voor het geleverde werk. Hierna vertrok het hele circus weer naar de stake-out. De honden werden uitgespannen, van hun harnas ontdaan en kregen te drinken. Hierna kon ik aan mezelf denken. Wat veel mensen langs de trail namelijk niet weten is dat de musher niet als een dooie diender op de kar staat, maar wel degelijk ook moet werken. Ik had me wezenloos gestept. Als je dan, zoals ik, een lichaam hebt dat te kort is voor zijn gewicht en regelmatig nicotine en teer te verwerken krijgt van een sigaret, dan heb je even tijd nodig om bij te komen. Ik ging op het opstapje van mijn caravan zitten uithijgen en zat nog na te genieten toen ik van verschillende kanten de vraag kreeg: ” Hoe was het?”. Enthousiast begon ik te vertellen. Jeetje, wat kan je lang kletsen over zo’n korte periode. De hele loop werd geanalyseerd. Weer kreeg ik vele tips voor de volgende dag en het komende seizoen, maar ook werd er gediscussieerd over de beste manier van trainen, voeding etc. Ik liet het als een warme deken over me heen komen. Intussen stonden mijn honden alweer aan de stake-out met hun staart te kwispelen. Ook zij hadden zichtbaar genoten.

Al die mensen die vooroordelen hebben ten opzichte van sledehondenraces en ze afkeuren moeten eens zo’n evenement bezoeken, wanneer ze zien hoeveel plezier de honden hebben veranderen ze misschien van mening.

De avond in Eersel werd traditioneel begonnen met een mushermaaltijd in het strandpaviljoen gevolgd door een tombola. Normaal gesproken ben ik iemand die je nog met geen zeven paarden naar een tombola krijgt maar tijdens de maaltijd hing er een zeer ontspannen sfeertje en als nieuwkomer wilde ik niets missen dus bleef ik zitten. Het werd en avond waarvan ongein en lol een groot deel van uitmaakten. Ik was blij dat ik gebleven was en amuseerde me prima. Voordat we terug naar de stake-out gingen konden we de foto’s bekijken die een professionele fotograaf gemaakt had van alle deelnemers. Met mijn eerste foto als musher met zijn team(pje) rijker liepen we naar de stake-out terug om de honden nog een laatste keer uit de bus te halen om ze dan voor de nacht te rusten te leggen. Ook nu doken we weer rond 23.00u. onder de wol en was ik in een mum van tijd in dromenland.

De volgende ochtend was ik weer, tot verbazing van mijzelf, vroeg wakker en begon mijn ochtend ritueel. Vlug naar de plek waar ook de keizer te voet gaat en dan de honden verzorgen. De dag verliep niet veel anders dan de vorige dag, wat rondlopen, met andere mushers praten over van alles en nog wat ( als het maar over honden ging ), kijken naar de start van de andere teams. Toch was er een klein verschil, tussen de bedrijven door werden er ook al voorbereidingen getroffen voor het vertrek die avond. De bouwlamp die we gebruiken om in het donker onze stake-out te verlichten werd al ingepakt. Het aggregaat13 had ook zijn laatste werk verricht voor dit weekend, Natascha was al wat spulletjes zo aan het neerleggen dat ze tijdens de rit naar huis niet door de caravan zouden rollen en zo waren er nog meer voortekenen dat het weekend bijna voorbij was.

Tijdens de middag was ik weer aan de beurt om te lopen. Ook nu was er een tijdje voor de start dat onbehagelijke gevoel van, ben ik wel op tijd aan de start en gaat alles tijdens de run wel goed, maar dit gevoel verdween, als eerder beschreven, toen ik van start was gegaan. Ik startte als een van de laatste in de 4 honden klasse mijn honden liepen naar vermogen en had ik tijd genoeg om van de trail te genieten. Voldaan en toch trots dat ik zonder problemen mijn eerste wedstrijd had uitgelopen kwam ik over de finish.

Hierna was de tijd aangebroken om echt de boel in te gaan pakken en de caravan weer achter de bus te koppelen. Dit weekend was omgevlogen. Tja, de tijd gaat snel als je je amuseert. Nadat de honden voor de laatste maal in de bus waren geladen, de stake-out was opgeruimd en de caravan was aangekoppeld gingen we voor de laatste maal naar het strandpaviljoen. Hier zou de prijsuitreiking plaatsvinden. Ook dit was weer een sfeervolle ongedwongen bijeenkomst waar de winnaars van de verschillende categorieën gehuldigd werden. Verder kreeg iedere deelnemer die de race had uitgelopen een certificaat met zijn eindpositie.

Nu was de tijd van afscheid aangebroken. De meeste mensen waarvan ik afscheid moest nemen kende ik nauwelijks, maar de vriendelijkheid en kameraadschap waarmee dit gebeurde had ik nog niet vaak mee gemaakt, en gaf me een zeer warm gevoel. In deze korteperiode was er al een band tussen ons gegroeid. Er werden afspraken gemaakt voor het komende seizoen en met een pak nieuwe kennissen en hun telefoonnummers door het hele land vertrokken we naar Limburg.

Thuis stond ons nog een bult werk te wachten. De bus en de caravan moesten worden uitgeladen en de spulletjes moesten zoveel mogelijk weer op de hun plek gezet worden.

 9

Wat nu?

De maandag na de wedstrijd moest ik weer gewoon werken en ging het leven weer zijn gewone gangetje. Natascha was bezig met het opruimen en schoonmaken van onze spullen en in mijn achterhoofd speelde de voorvreugde al van de komende race. Na het afgelopen weekend was ik beter geïnformeerd over trainingen en ik wilde het geleerde zo snel mogelijk in praktijk brengen. Twee dagen na de race, voor mijn late dienst, gingen wij weer trainen. We parkeerden onze bus op de parkeerplaats bij het trainingsgebied en spanden de honden in. Wat mij als eerste opviel was het gedrag van mijn honden. Zin om te lopen hadden ze wel, maar ze waren niet zo fanatiek als tijdens de race. De sfeer op de race leek hen toch tot betere prestaties te motiveren.

 

 

Wordt vervolgd;