Thank God…..!!!!
Mei 2010
Het seizoen is weer een tijdje voorbij; tijd om zoals altijd even achterom te kijken.
Het begon allemaal veelbelovend. De trainingen liepen goed en het team begon steeds beter te lopen. Mede dankzij “trouble”, die dit seizoen voor het eerst oud genoeg was om mee te lopen. Niet dat we in de prijzen zouden vallen ( iedereen die me kent zal weten dat, dat ook mijn doel niet is), maar het liep lekker. De hussen hadden hun drive gevonden en wij zaten lekker in ons vel. Wij kregen de gebruikelijke commentaren uit onze omgeving en gaven de gebruikelijke antwoorden:
Nee: het zijn geen wolven en ze zijn niet gevaarlijker als een doorsnee hond.
Ja: Ze hebben allemaal een naam en vreemd genoeg kunnen we ze allemaal uit elkaar houden.
Ja: we leven midden tussen de honden. Overal in de tuin/kennel, zijn er sporen van vier potige partners. Bijtsporen in waterbakken, een half opgevreten ( inmiddels weer gerepareerde) deurstijl. Haren zover het oog reikt en verdwenen of uitgegraven planten.
En Ja: Door de tijd heen hebben we ons bekwaamd in Drol-ologie en zijn bekwame Drol-ologen. We kunnen uit een bolus verschillende dingen lezen ( velen zien zelfs uit welke hond het gekomen is)
Ja: ons leven wordt grotendeels bepaald door de beestenboel. Ook is het een gigantisch pak werk dat we ons op de nek hebben gehaald dat ons ook nog een lieve duit kost.
Nee: we hebben niets met de zomer, liever hebben we vrieskou, ijzige winden en in plaats van minirokjes en strakke truitjes een skipak dat je niet
echt slank afkleed.
En Ja: wij zijn de ideale werknemer in de zomer, waardoor onze college zonder problemen , op verschillende stranden kunnen zonnebaden en liggen bakken en braden ( wel of niet ondersteund met croma), wij bewaken tijdens deze periode wel het fort, als we in de winter maar onze vakantiedagen kunnen opnemen.
Nee: we kunnen bijna over niets anders praten dan onze honden en de geliefde sledehondensport.
Ja: wij barbeknoeien ook bij min temperaturen als iedereen voor de openhaard of verwarming zit te kou kleumen.
Nee: we wonen niet op een grote boerderij of hebben heel veel grond, sterker nog wij wonen midden in het dorp.
En Nee: in de kennel stinkt het niet zodat het in de hele buurt te ruiken is, we hebben nog steeds goed contact met de buren en in huis is het geen smeerboel omdat er zoveel honden over de vloer komen. Het is alleen iets meer werk als een doorsnee huishouden en het ziet er niet uit als de eerste de beste meubeltoonzaal op de bekende meubelboulevard.
Oké: onze honden liggen in weer en wind buiten, hebben geen jasjes tegen de regen en/of kou. Krijgen geen halsbanden met edelstenen, ze werken inderdaad voor ons . We gaan niet elke dag aan de riem 4x met ze wandelen. Ze liggen op wedstrijden of meetings geregeld aan de ketting. Nemen de kuierlatten als ze er de kans toe krijgen en na dagen zoeken krijgen we ze misschien terug. Bij kleine vechtpartijtjes blijf ik niet altijd ongeschonden en de dierenarts verdient meer aan ons als onze favoriete supermarkt.
Ja: Als een van onze honden het aardse met het eeuwige leven verruild dan doet dat verdomde zeer ook al zeggen niet wetende dat we er nog genoeg over hebben en we niet zo zielig moeten doen.
Niet alleen bij mensen die niets met sledehonden te maken hebben, blijven we zonderlingen want: competitief zijn we nitwits, we geven niets om bekers, goede klasseringen en successen. Als dan ook nog blijkt dat de hele familie, samen met de door de dochters aangelachen aanhang, regelmatig acte de presens geeft met ieder zijn eigen team en zoals iedere musher betaamd allemaal een eigen mening over Mushing; Dan wordt soms menig hoofd geschud en vraagt men zich af hoelang dit goed gaat.
Maar ach we genieten ervan bezig te zijn met onze wandelende bontreclames en genieten van elkaars aanwezigheid.
Alleen dit seizoen zou voor ons een bewogen seizoen worden. Ongeveer 3 weken na de jaarwisseling, toen we al enkele dagen hadden kunnen genieten van, iets te weinig, sneeuw, moesten we onze activiteiten plotseling voortijdig afbreken. I.v.m. ziektes, ziekenhuis opnames en tegenslagen stond voor ons even de wereld stil. Ondanks dat nu voor het eerst in jaren de sneeuw met bakken naar beneden kwam konden we er niet echt van genieten. Terwijl Nederland omgevormd werd in een walhalla voor Mushers hadden wij wel andere dingen aan ons hoofd en werden we met de neus op de feiten gedrukt, dat er ook nog wat anders is als sledehondensport en het dreigde een regelrecht rampjaar te worden.
Alhoewel, ook al heb ik deze winter nauwelijks kunnen sleeën; ik heb wel onze echte vrienden leren kennen en kregen we hulp uit de meest onverwachte hoeken, uit binnen en buitenland, die zich onbaatzuchtig voor ons inzetten en steun gaven. Onze dank hiervoor.
En dan de honden. Ondanks alles zijn er dan momenten dat je je alleen kunt voelen, in de put zit en denkt niemand te hebben om mee te praten. Ja dan komt de zonderling weer in mij naar boven. Achter in mijn tuin staat een kennel vol met luisterende oren. Ik kon altijd mijn verhaal kwijt aan een van deze, in bont geklede, wezens. Ik heb in deze periode wat afgekletst met de makkers, zonder dat ze me goed bedoeld in de reden vielen of raad geven waar ik op dat moment toch geen oren naar had, hoe waar het ook allemaal mocht zijn.
Je merkte aan hun gedrag echter dat ze verdomd goed in de gaten hadden dat er iets niet in de haak was. De meest opgewonden standjes waren ineens een stuk rustiger. Sommigen aten zelfs nauwelijks of bijna niets. Bleven constant bij me in de buurt en gedroegen zich voorbeeldig als de bus weer eens enkele uren op de parkeerplaats van het ziekenhuis stond.
Ja zelfs het in de auto laden ging deze keren niet gepaard met het op stang jagen van de hele buurt door hun enthousiast geblaf en gehuil. En als ik het dan echt te kwaad kreeg likken ze je tranen weg en komen met het hele zooitje tegen je aan liggen om je te troosten.
Aan alle ellende komt echter ook, en voor ons gelukkig vrij snel, een einde. Iedereen is weer redelijk gezond terug op zijn plek. Bij terugkomst werd iedereen door het roedel liefdevol, enthousiast maar vooral voorzichtig begroet en weer in hun midden opgenomen. Het leek wel of er een zucht van verlichting geslaakt werd. Iedereen kon nu zijn oude vertrouwde gangetje weer gaan. De clan was weer compleet.
We zijn er allemaal nog: “Alive and kicking”
Maar toch: wat was het een bijzonder en mooi seizoen. Velen hebben in hun eigen trainingsgebied kunnen sleeën. (Met deze economische crisis heeft dat enkelen misschien de uitgave voor een verre reis naar de sneeuw bespaard.) en wat kan Nederland toch mooi zijn, dit bewijzen talloze foto’s en filmpjes. Verder hebben veel T.V. zenders beelden getoond van sledehonden in actie in onze eigen kikkerlandje, romantische plaatjes maar voor de sledehondensport maar wat veel belangrijker is, een positieve insteek voor onze hobby/manier van leven.
Ik heb het bovenstaande relaas nog eens aandachtig doorgelezen, ik kan me toch voorstellen dat we voor de gemiddelde mens zonderlingen zijn maar het enigste wat in me opkwam is:
Thank God I’m a Musher!!
We are back in business , kom maar op met het volgende seizoen.
Piet