Jargon

Commando,s

Easy !: Commando voor alle honden: Rustig aan.

Gee !: Commando voor alle honden maar in 1e instantie voor de leaddog*: Rechts af slaan.

Gee gee !: Commando voor alle honden: Rechts van de weg aanhouden / een beetje naar rechts gaan.

Gee gee turn !: Commando voor de lead dogs*: rechts langs het team terug draaien en zo de tegenover gestelde richting in lopen m.a.w. een 180 graden draai naar rechts

Haw !: Commando voor alle honden maar in 1e instantie voor de lead dogs*: Links af slaan.

Haw haw !: Commando voor alle honden: Links van de weg aanhouden / een beetje naar Links gaan.

Haw haw turn !: Commando voor de lead dogs*: Links langs het team terug draaien en zo de tegenover gestelde richting in lopen m.a.w. een 180 graden draai naar Links

Hike ! : Commando voor alle honden: Vertrekken / in beweging te komen.

Home!: Commando voor alle honden maar in 1e instantie voor de lead dogs*: terug keren naar de startplek ( stakeout* )

Line Out !: Commando voor alle honden: Recht voor de slee gaan staan en de lijn strak te houden. In combinatie met de naam van een hond geld dit natuurlijk alleen voor deze hond.

Markers: lange stokken aan beide kanten van de trail*, die bij hoge sneeuw zorgen dat je je kunt oriënteren.

Mush !: Veel mensen denken dat dit de term is om de sledehonden in beweging te zetten. Hike! Is de meer gebruikelijke term.

On By !: Commando voor alle honden: Een ander team of obstakel passeren.

Stay !: Commando voor alle honden: Staan blijven.

Straight / Door !: Commando voor alle honden maar in 1e instantie voor de lead dogs*: Rechtdoor gaan.

Trail !: Roept een musher* wanneer hij / zij een andere musher* wil inhalen. Diegene die ingehaald wordt zorgt er dan voor dat de ander ongehinderd kan passeren.

Whoa !: Commando voor alle honden: Stoppen.

 

 

Mushing termen:

Alaskan husky: Een sledehonden kruising. Gefokt voor snelheid. Deze honden worden steeds meer gezien in de sledehondensport.

Basket: Het groote gedeelte van de slee voor de musher*, waar uitrusting of passagiers mee in vervoerd kunnen worden.

Basket sled: traditionele hondenslee. Een basket sled wordt gebruikt op trajecten met slechts een paar centimeter verse sneeuw bovenop een dikke laag harde sneeuw

Bench: Opvouwbaar hok van draad om honden tijdelijk appart te kunnen zetten.

Booties: Schoentjes/sokjes voor de honden. Deze worden, onder bepaalde condities gedragen, als de hond aan het werk is. Vooral gebruikt om ijsvorming tussen de tenen te voorkomen. Ze kunnen gemaakt zijn van verschillende materialen zoals fleece en Gore-tex.

Brushbow: het gebogen gedeelte vooraan de slee. Gemaakt om beschadigingen van de slee te voorkomen.

Dog Bag / Sleezak: Een stoffen zak in een raceslee. Deze wordt gebruikt om gewonden of zieke honden in te vervoeren tot het punt waar er voor ze gezorgd kan worden.

Dog Box: Hondenhok gemaakt voor meerdere honden. Het meeste zie je ze achterop een pick-up. Er zijn verschillende soorten. Meestal zijn ze zo gemaakt dat er een of twee honden bij elkaar vervoerd kunnen worden.

Double lead: Wanneer 2 honden tegelijk vooraan in het team lopen als Leaddog*.

Drive: De wil om te lopen en werken van een sledehond.

Driving Bow / Handlebow / Handelbar: het gebogen stuk van de slee waar de musher* zich aan vast houdt tijdens het sleeën.

Gangline: De hoofdlijn waarmee de honden verbonden zijn met de slee.

Handler : De persoon die de musher* assisteert met de verzorging van honden en materiaal.

Harness: het tuig dat de hond aan heeft als hij voor de slee werkt. Hieraan worden de Tugline* / treklijn* bevestigd.

Husky: In het algemeen ( verkeerd ) gebruikt als aanduiding voor sledehonden. Er zijn echter meerdere sledehonden rassen. Correct heet het ras Siberian Husky

Lead Dogs: Dit zijn de honden die vooraan in het team lopen. Ze zijn over het algemeen zeer intelligent en hebben een grote drive om te lopen. Vaak zijn het teven. Ze kunnen in Single lead* (1 hond voorop) of Double lead* (2 honden voorop) lopen.

Meating: Samenkomst van sledehondenmensen voor een weekend, race etc

Musher: De persoon die een sledehondenteam ment / bestuurt wordt ook wel Dog Driver genoemd. Vaak is dit de eigenaar van het team.

Mushermeating: Briefing van mushers* voor een wedstrijd.

Neckline: Een korte lijn (26-28 cm) vastgemaakt aan de gangline*en de halsband, om de honden in lijn te laten lopen.

Opkennellen: Honden in hun kennels zetten.

Pedaling: Het steppen met een voet om de slee voort te bewegen terwijl je met de andere voet op de runners* staat.

Point Dogs : gebruikt bij sommige mushers* om de lead Dogs te ondersteunen. Ook wel swing Dogs* genoemd. Deze zijn de twee honden direkt achter de lead dogs*

Rigging: Al de spullen die gebruikt worden om de honden aan de slee vast te maken.

Runners: De smalle stukken hout waar de slee op glijdt. Meestal hebben ze een vervangbare plastic laag om onderhoud te vergemakkelijken. De runners* steken onder de basket* uit zodat de musher* erop kan staan.

Safety Line: Een extra lijn van de gangline* naar de slee, voor het geval de hoofd bevestiging breekt.

Single lead: Wanneer 1 honden tegelijk vooraan in het team loopt als leaddog*. Wanneer een hond dit kan is dit een zeer stabiele en intelligente hond. Komt weinig voor.

Snow Hook / Sneeuwanker: Een grote metalen haak die in de vaste sneeuw gedrukt kan worden om een team te verankeren voor een korte periode.

Snub Line: Een touw bevestigd aan de achterkant van de slee. Deze kan vastgemaakt worden aan een boom als de sneeuw niet vast genoeg is voor een Snow Hook* / Sneeuwanker*.

Stakeout: Een ketting met korte vertakkingen om meerdere honden aan vast te maken. Wordt vastgezet met stakeout-pennen*, gespannen tussen twee bomen, of vast gemaakt tussen de trekogen van 2 auto’s. Stakeout* wordt ook gebruikt als de aanduiding van het kampement waar de mushers* hun caravans, tenten, auto’s en teams neerzetten bij een meating*.

Stakeout-pennen: Stevige stalen pennen die met een hamer / voorhamer in de grond geslagen worden om de stakeout* op zijn plek te houden. Stanchions: Dit zijn de rechtstaande stukken van de slee die de runners* bevestigen aan de slee.

Swing Dogs: Hangt ervan af met welke musher je praat. Of het zijn de twee honden direct achter de lead Dogs*, of de twee tussen de point dogs* en de wheel dogs*.

Tack: alle harnesses* van een team bij elkaar.

Team Dogs: Alle honden die niet aangeduid worden met lead dogs*, point dogs*, swing dogs* en wheel dogs*.

Toboggan: een slee met een platte bodem inplaats van runners*. Wordt gebruikt als er geen goede harde trail maar diepe zachte sneeuw is.

Trail: Het parcours / het pad waar sledehonden op lopen .

Tuglines / Treklijn: De voornaamste lijn die de honden via het harness* verbind met de gangline*. Het is de lijn waar de honden daadwerkelijk aan trekken.

Wheel Dogs: de 2 honden meteen voor de slee. Normaal gesproken zijn dit de meest robuuste en zwaarste honden van het team.