Zomaar een training !?
Maart 2008
We reden zo als altijd richting trainingsgebied. Wel wat later als anders. Normaal trainen we vroeg of laat op de dag om zoveel mogelijk de wandelaars, honden uitlaters en sporters te ontlopen. De bus wordt geparkeerd op onze vaste stek. Daarna de kar uitgeladen en vast gezet aan het trekoog van de bus. Als ik terugloop naar de bus om de honden te halen zie ik, uit mijn ooghoeken, zo’n glimmende zwarte “wanne-be” terreinwagen ( S.U.V.) onze richting uit komen. Je kent ze wel, een personen auto op steroiden met 4 x 4 aandrijving die niet het terrein in mag omdat de auto dan vuil wordt.
Even wachten dus geheid dat deze mensen honden bij zich hebben om uit te laten. Bij wijze van groet til ik mijn hand op, deze wordt door de bijrijdster beantwoord. Mijn vermoeden wordt bevestigd want door de achterruit van de BMW kan ik zien dat er naast twee kinderen ( een jongen en een meisje) twee “snack russels” in de auto zitten. Mijn hussen hebben er zin in, in de training maar ook de snacker jacks laten ze niet koud, maar mogen nog niet de hokken uit. Dit laten ze merken door samen zo onrustig te worden dat de bus heen en weer begint te bewegen. De schuifdeur sluiten brengt enige rust. De bestuurder stapt uit en zegt: “ hallo, gaan jullie ook de hondjes uit laten, mooi weertje “. Wat het laatste betreft heeft hij gelijk het is welliswaar koud maar een schraal zonnetje staat aan de hemel en maakt het zeer aangenaam om buiten te zijn. Ik neem de man in me op die voor me staat. Hij ziet uit als “Jan buiten modaal”. Onder zijn jagersjas draagt hij nieuwe groene rubberen laarzen en zijn strak, met behulp van veel gel, naar achter gekamde haar wordt opgeleukt met een nonchalant op zijn hoofd gedrappeerde zonnebril.
Dan gaat een van de achterdeuren open en het jongetje springt uit de auto. “ Heb je het gezien pap in die auto zitten wolven”. Vader sust het jongetje vriendelijk en zegt dat dat wel mee zal vallen. Er ontstaat een korte wellus, nietus discussie tussen vader en zoon. Totdat vader zijn zoon zegt: “vraag het dan maar aan die meneer”. Parmantig stapt de kruimel, van een jaar of vijf, op me af. Zonder schroom kijkt hij me recht aan en zegt: “Je hebt wolven in je VAN hé”. Ik probeer mijn lachen in te houden want dit is de eerste keer in Nederland dat iemand mijn Fiat een VAN noemt. Rustig, door mijn knieën zakkend begin ik het manneke te vertellen dat in de bus Siberische Husky’s zitten. Voor dat ik echter nog meer kan zeggen draait hij zich razendsnel om rent op zijn vader af en zegt: “Ik heb gelijk pap het zijn wolven”.
In middels is moeder naast haar “Husband “ komen staan. (Sorry ik ben eigenlijk iemand die iedereen neemt zoals ze zijn, maar dit stel bevestigd werkelijk alle vooroordelen die er ook maar te verzinnen zijn. ) Zij is helemaal in het zwart gekleed met veel bling bling en lijkt weggelopen te zijn van de laatste Oscaruitreiking. Ook zij heeft op haar hoofd een zonnebril gedrappeerd. Er zitten echter zoveel glimmers op deze zonnefok, die schitterd in het winterzonnetje, dat ik er lasogen van krijg. Ik krijg de indruk dat ook zij ons bekijken. Ze laten echter niet blijken wat ze vinden van onze zorvuldig samengestelde designer sledehondentrainingsoutfit van de merken Boerenbond, Cranebroeck en Scapino.
Vader begint weer te praten: (Hij praat Algemeen Beschaafd Nederlands, dat hoort denk ik bij zijn stand, maar met een dusdanig plat limburgs accent dat de vlaaien krom trekken en prins Carnaval van zijn pronkwagen afdonderd, maar dit ter zijde.) “ Toen ik een klein jongetje was heb ik jullie al eens gezien in Winterberg. Ik was hier met mijn ouders op vakantie. Ik heb toen heel wat over sneeuwhonden geleerd”.
Ja Ja heel de sledehondenwereld bestaat uit een team en dat zijn wij. We zijn nog nooit in winterberg geweest man! Toch is hij niet helemaal van gisteren en zegt kijkend naar de nog heviger bewegende bus: “ Ik zal mijn honden nog even in de auto laten dan kunnen jullie rustig vertrekken. “Hebben jullie er last van als we even blijven kijken?” laat hij erop volgen.
Natuurlijk mogen ze blijven kijken het bos is per slot van rekening van iedereen niet waar. Ze slenteren naar de voorkant van de bus en ik trek de schuifdeur open. Nog even hoor ik de ingehouden lach van mijn vrouw en de rest van de handlers die zich schijnbaar kostelijk amuseerden met dit tafereel. Nu moet er echter gewerkt worden.
De eerste hond wordt uit de bus gehaald en Lonneke neemt hem over om hem op zijn plek in het span te zetten. Wat schetst haar verbazing als ze familie supermodaal op de treklijn bij de leaddogs ziet staan zodat ze ook alles mee krijgen. Ze loopt richting toeschouwers die nu achteruitwijken als Aiditha ( een van de leidhonden ) wel erg enthousiast aan zijn halsband rukt. De man blijft met zijn ene voet op de lijn staan en zet de andere voet naar achteren hierbij haakt deze onder de treklijn. Hij zet drie struikelende grote passen om zijn evenwicht te bewaren maar kan niet verhinderen dat hij op zijn achterwerk beland. Hij valt precies op de plek waar de vorige dag mijn voorwielen van de bus even spinden. “ Hij wil wel erg graag”, zegt de man en moet deze keer, terwijl ik een kop kleiner als hij ben, uit zijn positie naar me op kijken. Zijn jas vertoond nu een flinke bruine afdruk ter hoogte van zijn gasfabriek. Ik zie mijn twee “schoonzoons” achter de bus duiken en weer hoor ik een onderdrukt proesten en hoesten. Met tranen in de ogen komen ze even later weer tevoorschijn om bij de rest van het inspannen te helpen.
De honden had ik thuis al in de harnassen gehesen dus het inspannen verloopt verder vlotjes.
De ogen van onze fans worden steeds groter als ze zien hoeveel honden er uit de bus komen. Onbewust vergroten ze ook de afstand naar de kar. Dit maakt het ons alleen maar gemakkelijker om te starten. Erwin gaat voorop de kar zitten, Natascha zegt tegen onze kijkfamilie dat we over een uurtje terug zijn en dat we dan al hun vragen kunnen beantwoordden, ik trek de startlijn los en weg zijn we.
De honden hebben er zin in. Erwin houdt zijn eigen hond ( Angel ) in de gaten. Zij loopt voor het eerst in het team mee. Navajo onze jongste vind het wel erg interessant zo’n vreemde hond in het team en probeert of hij ook achteruit in zijn harnas kan lopen. Ik kan helaas niet voorkomen dat hij daardoor een paaltje schampt. Dit is echter voor hem een teken dat hij meer vooruit moet kijken, wat hij, na enkele correcties vanaf de kar uiteindelijk ook doet. Verder verloopt de training gladjes, totdat ik na een tijdje iets zie staan op een heuveltje.
Ja hóóóóór daar zijn ze weer, midden op het pad staat de dochter van onze welbekende familie. Vol in de ankers dus. Ik zie moeder het kind van het pad af halen. Ze heeft een van de frutsels al op haar arm. We kunnen door. Ik heb nog maar net de remmen los of midden op het pad verschijnt Kamikaze jacky. Moeders slaakt een gil, vader steekt zijn handen in de lucht en laat ze met een klap op zijn hoofd vallen en Jacky begint richting team te rennen. Met alle kracht ram ik de grondrem de bodem in maar het heeft de laatste dagen zo geregend dat dit nauwelijks effect heeft. Met volle snelheid bereiken we Jacky No Brains. Ik laat de grondrem los omdat ik niet wil dat het hondje aan de pinnen van de grondrem gespietst wordt. Dom natuurlijk. Als de pinnen in de grond zitten zijn ze verdwenen, nu komen ze in volle glorie tevoorschijn. Het hondje rent tussen de twee leaddogs het span in. Wat wij op dit moment dachten voelden en riepen weet ik niet meer, maar het is gegarandeerd niet voor herhaling vatbaar. Hoe het beestje het klaar kreeg weet ik niet meer maar luttele seconden later schiet de prul tussen de wheeldogs en de wielen van de kar de kant van de weg op en verdwijnt in het bos, hevig blaffend.
Als dit en tekenfilm was geweest had in het ballonnetje van de Jack Russel een doodshoofd en een bliksemflits gestaan en boven mijn hussen hadden allemaal vraagtekens gezweefd. They didn’t know what hit them. Ik weer vol in de ankers. Achterom riep ik dat ze naar de bus moesten lopen als ze de hond gevonden hadden om de schade op te nemen aan hun viervoetertje. Erwin en ik keken elkaar aan, veegden het zweet van ons voorhoofd en vervolgden onze weg. De kortste weg naar de bus, niet wetende wat er met het hondje aan de hand was. Erwin belde met zijn GSM naar Sanne die bij de bus stond. Want zij zouden de eerste opvang moeten doen.
Zoals gezegd, we werkten de training zo snel mogelijk af en keerden terug naar de bus. Wat schetst onze verbazing toen we hier aankwamen. Geen snackerjacks te bekennen en vragende gezichten van de family.
De honden kregen te drinken en we wachten nog even af maar er kwam niemand het bos uit buiten enkele joggers en mountenbikers. Deze hadden niemand zien lopen.
Hierop besloten we om de honden in de bus te doen en op zoek te gaan. Ik schoof net het laatste hok dicht toen er in de verte werd gekeft. Daar komen ze riep Sanne. Toen ik uit de laadruimte van de bus stapte kwamen de twee Russels me tegemoet gerend. Ik had wat hondekoekjes in mijn zak gestopt om de honden te lokken zodat ik kon bekijken welke schade de zelfmoordpoging had opgeleverd. Dit was echter niet nodig want als ik de deur van de bus niet snel genoeg had dichtgemaakt hadden ze al binnen gezeten. Ik kon in 1e instantie echter niets vinden wat op een verwonding leek. Vrolijk kwebbelend kwamen eerst de kinderen en daarna de volwassenen uit het bos. Er was inmiddels een half uur verstreken nadat wij van onze training waren terug gekomen. “ lekker gelopen” zei de man. Deze opmerking was in een dusdanige intonatie dat het zowel een vraag aan ons of een vaststelling voor hen zelf geweest kon zijn. Daarom reageerde ik er niet op en vroeg meteen naar de verwondingen van de hond en vertelde dat we met hen mee naar de dierenarts zouden rijden. Er werd vragend gekeken, verwondingen????? “ Oh je bedoeld dat Danni tussen jouw honden is doorgelopen. Nee hoor er is niets gebeurd toen jullie weg waren kwam hij vanzelf weer terug en had een stok mee gebracht om te spelen.” Zei de vrouw. Voor de zekerheid hebben we Jack en Danni ( ja, ze werden heel origineel, Jack en Danni naar het whiskey merk Jack Daniëls genoemd ) toch maar even zelf bekeken. Sander kon het niet laten om met een reclamestem te roepen: “ Ja inderdaad!!!!………………. geen gaatjes”.
Opgelucht kwamen we nu aan de praat over de sledehondensport, Bijna was ik mijn vooroordelen vergeten toen het me opviel waar de vrouw des huizes de wandeling mee afgelegd had. Het is niet voor te stellen maar mijn oog viel op haar voeten. Ze liep op lak pumps met naaldhakken waar je met gemak een infuus mee zou kunnen aanleggen. Ik fronste mijn wenkbrauwen en keek op. Dit liep m.i. in de gaten want op mijn ongelovige blik werd gereageerd met: “Tja op platte schoenen kan ik niet lopen”.
De kinderen hadden in de gaten dat we voorlopig nog niet naar huis konden en verdwenen voor een wandeling in het bos. “Mag ik wat vragen?” vroeg nu de man weer. “Hebben alle honden ook een naam” Ja hoor daar gaan we weer ik kreeg de neiging om te zeggen; “ ze heten klaartje 223, klaartje 325, we herkennen ze aan hun nummer”. Ik hield me echter in en trok de bus open en noemde alle nemen terwijl ik de hond aanwees. “Goh” sprak onze sneeuwhonden expert nu weer, volgens mij om indruk op zijn kinderen te maken; “Je hebt Siberian Husky op de bus staan maar het zijn geen raszuivere hé dat kan ik zien omdat ze geen blauwe ogen hebben en enkele hebben niet zo’n Mickey Mouse hoofd. Wááááát Mickey Mouse hoofd: “Hoe bedoel je ze hebben toch geen satelietschotel oren?” Hij weer: “ Nee ik bedoel die randen rond hun ogen”. “ Oh” zei ik. De typering over het masker vond ik nog niet zo verkeerd voor een leek, maar om dit nu als enige raskenmerk aan te meten vond ik wel erg ver gaan. Mevrouw deed ook een duit in het zakje. “ het lijkt erg veel op de paardesport met koetsen” sprak ze; “ Ik rijdt veel paard en ik heb jullie kar net bekeken maar waar zitten de teugels?” Mijn verhaal dat ik hierna afstak over husky’s, hun afstamming, hun voor en nadelen, de sport etc etc. zal ik jullie maar besparen want er zijn onder de lezers massa’s mensen die dat beter doen als ik.
De mensen leken tevreden, al moest ik ze teleurstellen toen ze vroegen of ze een keer een rondje mee mochten. Mijn uitleg over het trekhondenbesluit en verzekering overtuigde ze dat die kans er echt niet in zat.
Nadat ik ze had verwezen naar enkele websites, hun enkele proefzakjes voer en mijn visitekaartje had gegeven ( om kontakt op te nemen met ons als er toch nog problemen met kamikaze jacky zouden opduiken) gaf ik ze een warme handdruk en onze nieuwe supporters togen naar mijn mening tevreden huiswaarts. Nu konden wij de rest van ons materiaal gaan inladen en richting huis vertrekken. Dit was, zeker dit seizoen, een van onze langste trainingen. We zijn er ongeveer 4 uur mee bezig geweest, terwijl we maar 40 minuten onderweg zijn geweest. Toen ik eindelijk op de bank plofte met mijn atletisch lichaam en een shaggie op stak kon ik na genieten van:
P.S. enkele van de gebeurtenissen zijn een beetje verdraaid zodat de mensen die met alle goede bedoelingen hun interesse in onze sport toonden zich niet herkennen.
Train ze
Piet Bom